Oud & Nieuws

Scheepsbouw in de schaduw van de Montelbaanstoren

oude prent montelbaanstoren

In mei 1592 presenteerde het stadsbestuur van Amsterdam een ambitieus uitbreidingsplan. In het buitendijkse land tussen de Sint Anthonisdijk (nu Jodenbreestraat) en het IJ moest een compleet scheepsbouwkwartier komen, met drie eilanden voor de bouw en het onderhoud van schepen: Uilenburg, Marken en Rapenburg.

Tekst: Monumenten en Archeologie
Beeld: Stadsarchief, M&A



Innovatie-eiland midden in het stadse leven

innovatieve boot marineterrein

Tekst: Jorien Rijntjes
Beeld: Bureau Marineterrein


Van zelfvarende boten tot biobased bouwmaterialen – op het Marineterrein is niets te gek. De komende jaren ontwikkelt dit testgebied, voorheen een gesloten militair terrein, zich stapsgewijs tot een open en innovatief stadskwartier. Een bijzondere plek dus, om te wonen, werken, recreëren én experimenteren.

In mei 1592 presenteerde het stadsbestuur van Amsterdam een ambitieus uitbreidingsplan. In het buitendijkse land tussen de Sint Anthonisdijk (nu Jodenbreestraat) en het IJ moest een compleet scheepsbouwkwartier komen, met drie eilanden voor de bouw en het onderhoud van schepen: Uilenburg, Marken en Rapenburg.

Tekst: Monumenten en Archeologie
Beeld: Stadsarchief, M&A

Van weilanden naar eilanden
De eilanden kwamen tot stand door grachten in de buitenpolder te graven. De vrijgekomen grond werd gebruikt om het drassige maaiveld van de eilanden op te hogen. Het meest noordelijke eiland, Rapenburg, werd in het water van het IJ aangeplempt. Het werk was binnen een jaar voltooid; in december 1593 werden al de eerste scheepsbouwkavels verkocht op de noordoosthoek van Uilenburg, tegenover de Montelbaanstoren. 


Uilenburg
Langs de oevers van Uilenburg – aan de Oudeschans en de Uilenburgergracht – lagen grote scheepsbouwkavels van bijna 1000 m2, in het midden woonden de werklieden met hun gezin. Binnen enkele jaren was het grootste deel van Uilenburg in gebruik voor de bouw en het onderhoud van schepen. De schepen die hier gebouwd werden hadden een lengte van zo’n 25 tot 30 meter.

Scheepshellingen
Hoe zulke scheepshellingen eruitzagen weten we dankzij archeologisch onderzoek aan de Oudeschans, waar oorspronkelijk de noordoever van Uilenburg lag. Het waren eenvoudige houten constructies van 30 bij 5 meter, meestal niet veel meer dan een werkvloer van planken op een aarden talud, dat afliep naar de gracht. Er waren regelmatig verzakkingen die tot reparaties van de hellingen leidden, waarbij het houten loopvlak werd vervangen. Op Oudeschans 75 is dit in de periode 1593-1620 drie keer gebeurd. De ophogingen bestonden vaak uit grond vermengd met houtsnippers waarin ook gebruiksvoorwerpen van de scheepsbouwers zelf terechtkwamen: spijkers, een breeuwbeitel en in één geval een complete klomp.

Rond 1620 verdween de scheepsbouw langs de Oudeschans. De oever werd ingericht met een kade en er verschenen woonhuizen. Langs de Uilenburgergracht verdween de scheepsbouw na 1660, toen de oostelijke eilanden werden opgeleverd en het scheepvaartbedrijf daarnaartoe verhuisde.

Oude kaart van Uilenburg

Uitsnede van de stadsplattegrond van Balthasar Florisz van Berckenrode uit 1625. Links het eiland Marken met de Valkenburgerstraat, rechts Uilenburg met de twee hoofdstraten en onder Rapenburg aan de IJ-oever. Tegenover Uilenburg, op de hoek van de Lastage, is de Montelbaanstoren te zien.

oude beitel oude klomp

Een breeuwbeitel en een klomp, de voorwerpen van scheepsbouwers op Uilenburg.

oude prent montelbaanstoren

Scheepsbouw op de noordwestoever van Uilenburg (links). Detail van het Profiel van Amsterdam van Claes Jansz Visscher en Pieter van der Keere uit 1614-1618

Innovatie-eiland midden
in het stadse leven

foto testveldjes

Van zelfvarende boten tot biobased bouwmaterialen – op het Marineterrein is niets te gek. De komende jaren ontwikkelt dit testgebied, voorheen een gesloten militair terrein, zich stapsgewijs tot een open en innovatief stadskwartier. Een bijzondere plek dus, om te wonen, werken, recreëren én experimenteren. 

Tekst: Jorien Rijntjes
Beeld: Bureau Marineterrein

foto vogelperspectief marineterrein

Het Marineterrein ligt op het stadseiland Kattenburg aan de oostkant van het centrum, naast het Scheepvaartmuseum. Ook bezoekers weten het al goed te vinden, onder meer als zwemplek.

In Amsterdam en daarbuiten staan we voor complexe uitdagingen op het gebied van onder andere wonen, energie, groen en mobiliteit. Dat vraagt om innovatieve ideeën en om het realiseren en opschalen van nieuwe en bestaande methoden en technieken. Experimenteren en testen is daarbij essentieel, liefst onder realistische omstandigheden. 

Op het Marineterrein is hiervoor alle ruimte, doordat het een afgebakend gebied is waar geen bestemmingsplan geldt. Ondernemers, wetenschappers en studenten werken er samen aan ideeën en projecten voor een duurzame en leefbare samenleving. En toetsen die direct in de praktijk. Stedelijke Innovatie en R&D van Digitalisering en Innovatie initieert verschillende projecten die daaraan bijdragen. Zo komt er in 2023 een tijdelijk gebouw waarin meerdere innovaties worden getest, zoals biobased gevelsystemen. En onderzoekt het Responsible Sensing Lab hoe camera’s in de openbare ruimte rekening kunnen houden met waardes als privacy, autonomie en transparantie. Ook worden er bijvoorbeeld pilots gedaan met drones.

Meer mogelijk maken
De gemeente is niet alleen inhoudelijk betrokken bij diverse projecten, maar onderzoekt ook wat nodig is om hier en in de andere zeven Amsterdamse innovatiedistricten meer mogelijk te maken. Hoe kunnen bestaande regels, eisen en werkwijzen worden aangepast? Ook dat is nodig om de innovaties op te schalen.

Denk bijvoorbeeld aan het testen van biobased bouwmaterialen. Door dat in de gebouwde omgeving te doen kun je de effecten van tijd, weer en plaats plus de feedback van eindgebruikers meenemen. Omdat het nieuwe materialen zijn, moet nauw worden samengewerkt met de omgevingsdienst voor de benodigde vergunningen en eventuele aangepaste vergunningsprocedures.


Nieuw stadskwartier
Amsterdammers en andere bezoekers weten het Marineterrein al goed te vinden. Ze zwemmen in de binnenhaven, lopen over de drijvende steiger of genieten van het groen. Wens voor de toekomst is om de bewoners op en rond het eiland nog meer te betrekken bij alle innovaties. 

De fysieke herontwikkeling van het terrein start op zijn vroegst in 2026. Defensie bouwt eerst een nieuwe kazerne, waar de nu nog verspreide defensiefuncties heen verhuizen. Ook komt er een gezamenlijk sportveld voor Defensie en Amsterdammers. Net als de huidige experimenten verloopt de herontwikkeling flexibel en stapsgewijs: er is geen vaststaand eindbeeld, maar een stedenbouwkundig raamwerk dat een indruk geeft van hoe de toekomstige inrichting eruit zou kunnen zien. Zowel bewoners als gebruikers kunnen actief meepraten over de plannen.



foto zelfvarend bootje
Button terug naar beging

Oud & Nieuws

oude prent montelbaanstoren

Scheepsbouw in de schaduw van de Montelbaanstoren

In mei 1592 presenteerde het stadsbestuur van Amsterdam een ambitieus uitbreidingsplan. In het buitendijkse land tussen de Sint Anthonisdijk (nu Jodenbreestraat) en het IJ moest een compleet scheepsbouwkwartier komen, met drie eilanden voor de bouw en het onderhoud van schepen: Uilenburg, Marken en Rapenburg.

Tekst: Monumenten en Archeologie
Beeld: Stadsarchief, M&A



oude beitel oude klomp

Een breeuwbeitel en een klomp, de voorwerpen van scheepsbouwers op Uilenburg.

Van weilanden naar eilanden
De eilanden kwamen tot stand door grachten in de buitenpolder te graven. De vrijgekomen grond werd gebruikt om het drassige maaiveld van de eilanden op te hogen. Het meest noordelijke eiland, Rapenburg, werd in het water van het IJ aangeplempt. Het werk was binnen een jaar voltooid; in december 1593 werden al de eerste scheepsbouwkavels verkocht op de noordoosthoek van Uilenburg, tegenover de Montelbaanstoren. 


Uilenburg
Langs de oevers van Uilenburg – aan de Oudeschans en de Uilenburgergracht – lagen grote scheepsbouwkavels van bijna 1000 m2, in het midden woonden de werklieden met hun gezin. Binnen enkele jaren was het grootste deel van Uilenburg in gebruik voor de bouw en het onderhoud van schepen. De schepen die hier gebouwd werden hadden een lengte van zo’n 25 tot 30 meter.

Scheepshellingen
Hoe zulke scheepshellingen eruitzagen weten we dankzij archeologisch onderzoek aan de Oudeschans, waar oorspronkelijk de noordoever van Uilenburg lag. Het waren eenvoudige houten constructies van 30 bij 5 meter, meestal niet veel meer dan een werkvloer van planken op een aarden talud, dat afliep naar de gracht. Er waren regelmatig verzakkingen die tot reparaties van de hellingen leidden, waarbij het houten loopvlak werd vervangen. Op Oudeschans 75 is dit in de periode 1593-1620 drie keer gebeurd. De ophogingen bestonden vaak uit grond vermengd met houtsnippers waarin ook gebruiksvoorwerpen van de scheepsbouwers zelf terechtkwamen: spijkers, een breeuwbeitel en in één geval een complete klomp.

Rond 1620 verdween de scheepsbouw langs de Oudeschans. De oever werd ingericht met een kade en er verschenen woonhuizen. Langs de Uilenburgergracht verdween de scheepsbouw na 1660, toen de oostelijke eilanden werden opgeleverd en het scheepvaartbedrijf daarnaartoe verhuisde.

In mei 1592 presenteerde het stadsbestuur van Amsterdam een ambitieus uitbreidingsplan. In het buitendijkse land tussen de Sint Anthonisdijk (nu Jodenbreestraat) en het IJ moest een compleet scheepsbouwkwartier komen, met drie eilanden voor de bouw en het onderhoud van schepen: Uilenburg, Marken en Rapenburg.

Tekst: Monumenten en Archeologie
Beeld: Stadsarchief, M&A

Oude kaart van Uilenburg

Uitsnede van de stadsplattegrond van Balthasar Florisz van Berckenrode uit 1625. Links het eiland Marken met de Valkenburgerstraat, rechts Uilenburg met de twee hoofdstraten en onder Rapenburg aan de IJ-oever. Tegenover Uilenburg, op de hoek van de Lastage, is de Montelbaanstoren te zien.

oude prent montelbaanstoren

Scheepsbouw op de noordwestoever van Uilenburg (links). Detail van het Profiel van Amsterdam van Claes Jansz Visscher en Pieter van der Keere uit 1614-1618

Innovatie-eiland midden in het stadse leven

foto testveldjes

Van zelfvarende boten tot biobased bouwmaterialen – op het Marineterrein is niets te gek. De komende jaren ontwikkelt dit testgebied, voorheen een gesloten militair terrein, zich stapsgewijs tot een open en innovatief stadskwartier. Een bijzondere plek dus, om te wonen, werken, recreëren én experimenteren. 

Tekst: Jorien Rijntjes
Beeld: Bureau Marineterrein

foto vogelperspectief marineterrein

Het Marineterrein ligt op het stadseiland Kattenburg aan de oostkant van het centrum, naast het Scheepvaartmuseum. Ook bezoekers weten het al goed te vinden, onder meer als zwemplek.

In Amsterdam en daarbuiten staan we voor complexe uitdagingen op het gebied van onder andere wonen, energie, groen en mobiliteit. Dat vraagt om innovatieve ideeën en om het realiseren en opschalen van nieuwe en bestaande methoden en technieken. Experimenteren en testen is daarbij essentieel, liefst onder realistische omstandigheden. 

Op het Marineterrein is hiervoor alle ruimte, doordat het een afgebakend gebied is waar geen bestemmingsplan geldt. Ondernemers, wetenschappers en studenten werken er samen aan ideeën en projecten voor een duurzame en leefbare samenleving. En toetsen die direct in de praktijk. Stedelijke Innovatie en R&D van Digitalisering en Innovatie initieert verschillende projecten die daaraan bijdragen. Zo komt er in 2023 een tijdelijk gebouw waarin meerdere innovaties worden getest, zoals biobased gevelsystemen. En onderzoekt het Responsible Sensing Lab hoe camera’s in de openbare ruimte rekening kunnen houden met waardes als privacy, autonomie en transparantie. Ook worden er bijvoorbeeld pilots gedaan met drones.

Meer mogelijk maken
De gemeente is niet alleen inhoudelijk betrokken bij diverse projecten, maar onderzoekt ook wat nodig is om hier en in de andere zeven Amsterdamse innovatiedistricten meer mogelijk te maken. Hoe kunnen bestaande regels, eisen en werkwijzen worden aangepast? Ook dat is nodig om de innovaties op te schalen.

Denk bijvoorbeeld aan het testen van biobased bouwmaterialen. Door dat in de gebouwde omgeving te doen kun je de effecten van tijd, weer en plaats plus de feedback van eindgebruikers meenemen. Omdat het nieuwe materialen zijn, moet nauw worden samengewerkt met de omgevingsdienst voor de benodigde vergunningen en eventuele aangepaste vergunningsprocedures.


Nieuw stadskwartier
Amsterdammers en andere bezoekers weten het Marineterrein al goed te vinden. Ze zwemmen in de binnenhaven, lopen over de drijvende steiger of genieten van het groen. Wens voor de toekomst is om de bewoners op en rond het eiland nog meer te betrekken bij alle innovaties. 

De fysieke herontwikkeling van het terrein start op zijn vroegst in 2026. Defensie bouwt eerst een nieuwe kazerne, waar de nu nog verspreide defensiefuncties heen verhuizen. Ook komt er een gezamenlijk sportveld voor Defensie en Amsterdammers. Net als de huidige experimenten verloopt de herontwikkeling flexibel en stapsgewijs: er is geen vaststaand eindbeeld, maar een stedenbouwkundig raamwerk dat een indruk geeft van hoe de toekomstige inrichting eruit zou kunnen zien. Zowel bewoners als gebruikers kunnen actief meepraten over de plannen.



foto zelfvarend bootje

Innovatie-eiland midden in het stadse leven

innovatieve boot marineterrein

Tekst: Jorien Rijntjes
Beeld: Bureau Marineterrein


Van zelfvarende boten tot biobased bouwmaterialen – op het Marineterrein is niets te gek. De komende jaren ontwikkelt dit testgebied, voorheen een gesloten militair terrein, zich stapsgewijs tot een open en innovatief stadskwartier. Een bijzondere plek dus, om te wonen, werken, recreëren én experimenteren.